Een zaagketting in topconditie
Voor het onderhoud van uw zaagketting heeft u 2 soorten vijlen nodig.
Ten eerste heeft u een ronde vijl (afb.1) nodig.
Met deze ronde gaat u het snijvlak van de zaagbeitel aanscherpen.
Afhankelijk van het soort ketting heeft u een andere diameter ronde vijl nodig.
Naast een ronde vijl is ook een vlakke vijl (afb. 2) nodig. Hiermee gaat u de dieptesteller tot zijn juiste hoogte vijlen.
Alvorens u begint met het onderhouden van de ketting moet u ervoor zorgen dat het zaagblad solide staat opgesteld.
Een bankschroef of een bosvijlklem (afb. 3) bieden hier de uitkomst voor.
Vervolgens spant u de ketting, de spankracht mag iets hoger zijn dan normaal. Dit komt namelijk het vijl resultaat ten goede. De ketting wordt geblokkeerd door de kettingrem te activeren.
Het bijwerken van de dieptesteller
De dieptesteller bepaald de hoeveelheid materiaal die de beitel per zaagbeweging zal afnemen. Wanneer het hoogteverschil tussen de beitel en de dieptesteller minimaal is, zal er maar weinig materiaal afgenomen worden. Wanneer de afstand tussen de dieptesteller en zaagbeitel te groot is heeft dit nadelige gevolgen. De kettingzaag zal te zwaar belast worden en er ontstaat een grotere kans op terugslag.
Het is raadzaam de dieptesteller per slijpbeurt bij te werken.
Voor het vijlen van de dieptesteller is de dieptestellermaat (afb. 5) noodzakelijk. Hierdoor zullen alle dieptestellers op gelijke hoogte worden gebracht.
Werkwijze:
Ten eerste plaatst u de dieptestellermaat op de dieptesteller (zie af. 6) en houd deze stevig vast.
Door middel van de vlakke vijl vijlt u de dieptesteller totdat de vijl tegen de mal komt.
Herhaal dit bij alle dieptestellers.